Een sneltoets gebruiken om te schakelen tussen invoertalen
tijdens het typen
1. Klik in het beginscherm of in een map op het pictogram Opties.
2. Klik op Typen en invoer > Taal.
• Als u de invoertaal wilt wijzigen door de Alt-toets ingedrukt te houden en op de Enter-toets te drukken, wijzigt u het
veld Sneltoetsen in Alt-Enter.
• Als u de invoertaal wilt wijzigen door de Shift-toets ingedrukt te houden en op de spatietoets te drukken, wijzigt u het
veld Sneltoetsen in Shift-Space.
3. Druk op de toets
> Opslaan.
Als u de sneltoets voor het schakelen tussen invoertalen wilt uitschakelen, wijzigt u het veld Sneltoetsen in Geen.
Gebruikershandleiding
Taal
218